Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Hetwelk dingen zijn, [93]die andere beduiding hebben; want [94]deze [95]zijn [96]de twee verbonden; [97]het ene [98]van den berg Sinai, [99]tot dienstbaarheid barende, [100]hetwelk is Agar. 93. Grieks allegoroumena; dat is, die wel een ware historie of geschiedenis zijn, maar benevens die ook wat anders beduiden, als zijnde voorbeelden of afbeeldingen van geestelijke zaken; gelijk ook de koperen slang, Joh.3:14, het huwelijk van Adam en Eva, Ef.5:32, de doorgang der Israelieten door de Rode Zee, 1 Kor.10:1,2, de zondvloed, 1 Petr.3:20. 94. Namelijk twee vrouwen, Sara en Agar. 95. Dat is, beduiden, betekenen, afbeelden; een sacramentelijke wijze van spreken. Zie Gen.41:26,27; Matth.26:26. 96. Namelijk het oude der wet, waarin beloofd wordt dat hij, die de wet volkomenlijk onderhoudt, de zaligheid daardoor verkrijgen zal, en het nieuwe des Evangelies, waarin het eeuwige leven beloofd wordt den zondaren die in Christus geloven. Zie Jer.31:31, enz.; Hebr.8:8,9,10. 97. Namelijk het verbond der wet. 98. Dat is, dat zijn oorsprong daarvan heeft, waar het van God het volk door Mozes is voorgesteld en van het volk aangenomen. 99. Dat is, kinderen voorbrengende, die onder de dienstbaarheid zijn. Want de wet eist van de mensen een volkomen gehoorzaamheid, of bij gebrek van die verkondigt hun den vloek. 100. Dat is, hetwelk door de dienstmaagd Agari is afgebeeld, die zelve een slavin zijnde, uit het huis is gedreven, en wier kinderen met de zonen der vrije niet erven, Gen.21:10; want die van ene slaven geboren worden zijn ook slaven en geen erfgenamen.